Door haar dynamische karakter is de Schelde erg vatbaar voor exoten. De uitheemse dieren en planten kunnen onze inheemse biodiversiteit bedreigen, maar kunnen mogelijk ook gunstig zijn voor ons ecosysteem.
Met de hulp van de mens
Exoten zijn uitheemse dier- of plantensoorten die hier normaal gezien niet voorkomen. Ze vinden hun weg naar onze rivieren met de hulp van de mens, bijvoorbeeld via de scheepvaart of de kweek. Ze hebben het hier zo naar hun zin dat ze blijven en zich voortplanten. Door klimaatveranderingen, en dan voornamelijk door de warmere wintertemperaturen van het water, zullen exoten zich waarschijnlijk vaker succesvol kunnen vestigen in de Schelde en haar zijrivieren.
‘Gunstige’ exoten
Er zijn exoten die niet per se een gevaar betekenen voor onze natuur. Op dit moment lijken ze zelfs ons ecosysteem te verrijken. Zoals de gewone groenworm of de driehoeksmossel.
Gewone groenworm
Een hapje voor de vissen
De komst van de gewone groenworm is voor de vissen niet meteen slecht nieuws. De exotische worm vormt namelijk een lekker hapje voor hen. Op het eerste gezicht lijkt de worm geen bedreiging te vormen voor inheemse soorten, ze verkiezen namelijk leefgebieden met een hogere dynamiek, met meer golven en intensere stroming.
Driehoeksmossel
Een ingenieuze waterfilter
Vandaag vinden we in de Schelde een bijzondere zoetwatermossel terug: de driehoeksmossel. Deze exoot komt oorspronkelijk uit Rusland, maar is ondertussen een algemene soort in Europa. De driehoeksmossel filtert het water en haalt er rondzwevende deeltjes uit. Dit leidt tot helderder water. Daarnaast verruwen ze de breukstenen die langs de oever liggen om die te beschermen tegen erosie. Daardoor kunnen inheemse waterplanten zich beter hechten aan de oevers.
Invasieve exoten
Exoten kunnen echter ook grote schade berokkenen en onze inheemse biotopen verstoren. Voor onze riviernatuur denken we dan spontaan aan soorten als de Chinese wolhandkrab en de Japanse duizendknoop.
Chinese wolhandkrab
Kaalvretende plaag
De Chinese wolhandkrab is een grote zoetwaterkrab die van nature voorkomt in Oost-Azië. Op zoek naar gebieden om op te groeien, trekken jonge wolhandkrabben in het voorjaar vanop zee de rivieren op. In het najaar maken grote, volgroeide krabben de omgekeerde beweging. Zij trekken opnieuw naar zee om er te paren en te sterven. De laatste jaren kampen we in Vlaanderen met een plaag van Chinese wolhandkrabben.
De krabben vormen een bedreiging voor de riviernatuur. Ze grazen de rivierbodem kaal, woelen oevers om en ondergraven zo de stabiliteit ervan. Bovendien concurreren ze om voedsel en leefgebied met onze inheemse dieren. Natuurlijke vijanden hebben ze amper, waardoor de populatie zich ongestoord kan uitbreiden. Daarom staan de invasieve exoten op een Europese lijst van te bestrijden diersoorten, en proberen we zo veel mogelijk krabben te vangen.
Japanse duizendkoop
Woekerende plant
De Japanse duizendknoop is een sierplant uit Azië die in de negentiende eeuw massaal werd ingevoerd om onze tuinen op te vrolijken. De plant is zich gaan verspreiden en woekert sterk. De metershoge plant, die op de lijst staat van 100 meest invasieve exoten, vind je niet alleen terug langs spoorbermen of autosnelwegen, maar hij komt ook veelvuldig voor langs rivieren en beken. Op de oevers verdringen ze alle andere planten. De exotische plant heeft bovendien nauwelijks nut voor onze vlinders en insecten, zodat ook zij vaker wegblijven als Japanse duizendknoop de groeiplaats domineert. De plant is moeilijk te bestrijden omdat ze zeer diep wortelt en omdat elk stukje wortelstok opnieuw kan uitgroeien tot een nieuwe plant. Momenteel wordt er getest of de exoot kan bestreden worden door hem te elektrocuteren of door schapen en geiten de scheuten te laten opeten.