Op 3 oktober mocht het LIFE Sparc-project, samen met het Sigmaplan en Nationaal Park Scheldevallei, een groep vertegenwoordigers van Europese natuurprojecten ontvangen. Het was een unieke gelegenheid om tegenover een internationaal publiek de innovatieve manier te demonstreren waarop Vlaanderen via GOG-GGG-gebieden aan waterbeheer doet.
Van maandag 30 september tot donderdag 3 oktober vond in Brugge de IUCN Regional Conservation Forum plaats, een bijeenkomst waarop natuurbeschermingsorganisaties uit Europa, Noord- en Centraal-Azië duurzame ontwikkelingsvraagstukken en natuurbehoudsprioriteiten vanuit mondiaal en regionaal perspectief bekijken.
Uitzicht en inzicht
Op 3 oktober kregen de deelnemers, ter afsluiting van de conferentie, de kans om enkele Vlaamse projecten in het veld te bezoeken. Samen met het Sigmaplan en Nationaal Park Scheldevallei mocht LIFE Sparc een dertigtal bezoekers ontvangen. Op het programma stonden een wandeling door twee projectgebieden, een boottocht en véél Vlaamse inspiratie.
“Onze drie projecten dragen elk op hun manier bij aan het beheer van de Scheldevallei”, zegt Joris Vanlede, die via het Waterbouwkundig Laboratorium actief is in LIFE Sparc. “Het Sigmaplan is er al bijna 50 jaar actief. Nationaal Park Scheldevallei kreeg het label pas eind 2023, maar werkte als rivierpark vele jaren daarvoor al aan natuurbeleving en toerisme in het gebied. Het was dan ook vanzelfsprekend om de handen ineen te slaan en de internationale experts onze aanpak voor een duurzame Schelde te laten zien.”
“Bij de excursie vertrokken we vanuit de vraag die in al onze projecten centraal staat: hoe kunnen we samenwerken met de natuur om duurzame oplossingen te vinden voor de klimaatverandering?” Na een korte introductie over het Sigmaplan in Kruibeke maakte de groep een wandeling door het projectgebied. “We stonden onder meer stil bij de sluis van Kruibeke, waar er bij hoogwater watervallen zijn.”
Vanuit Bazel ging de tocht verder per boot. “Aan boord genoten de deelnemers niet alleen van een heerlijke lunch, maar kregen ze ook een nieuw perspectief op de projectgebieden. We gingen aan wal in Hamme, waar we langs Groot Schoor wandelden. We konden er de sluis van Wal-Zwijn laten zien, een locatie waar we werken met zoet water – in Kruibeke is dat brak water. Zo maakten we duidelijk dat we naargelang de locatie vaak andere keuzes moeten maken.”
Tussen Schelde en Seine
En zo bracht de IUCN-conferentie een internationaal publiek naar de LIFE Sparc-gebieden. “Eén van onze grootste troeven”, zegt Joris, “is de manier waarop we win-winoplossingen creëren door de rivier meer ruimte te geven, met name via de gecontroleerde overstromingsgebieden met gereduceerd getij (GOG-GGG). Het draagvlak dat we de afgelopen jaren hebben opgebouwd is daarvoor een enorme troef. Politici en beheerders zover krijgen dat ze willen investeren, is één ding, maar we moesten ook de lokale stakeholders overtuigen van het nut en de noodzaak ervan.”
“Ondertussen heeft het LIFE Sparc-project een breed netwerk van kennisstellingen opgebouwd dat ons toelaat om nieuwe inzichten en oplossingen voor het estuarium te blijven ontwikkelen. Tijdens de excursie waren bijvoorbeeld ook vertegenwoordigers van Groupement d’Intérêt Public (GIP) Seine-Aval aanwezig, een Frans netwerk dat deel uitmaakt van de internationale outreach van LIFE Sparc. “Het is opvallend hoeveel gelijkenissen er zijn tussen de uitdagingen in het estuarium van de Schelde en dat van de Seine”, aldus Joris. “Met onze combinatie van GOG en GGG kunnen ook de beheerders van andere estuaria hun voordeel doen. Het is een ‘Vlaamse oplossing’ om trots op te zijn.”