Algemeen | 1 april 2020

Meivis in april?

Meivis in april?

De fint wordt sinds enkele jaren opnieuw gespot in de Schelde. De haringachtige trekt er vanuit de zee naartoe om te paaien. Als gevolg van de opwarming van de aarde lijken de vissen het moment van hun trek naar het zoete water nu steeds vroeger uit te kiezen.

Er zwemmen steeds meer vissen in de Schelde en haar zijrivieren en ook het aantal soorten neemt gestaag toe. Dat is onder andere te danken aan een betere waterkwaliteit en de aanleg van gecontroleerde overstromingsgebieden langs de rivier in het kader van het Sigmaplan, met de hulp van LIFE Sparc.

Comeback van de fint

Een van die teruggekeerde vissoorten is de fint of meivis.  Vroeger kwamen ze massaal voor in onze rivieren om zich voort te planten, maar in de jaren ’70 ging het sterk bergaf met deze haringachtige. Onder meer door overbevissing en bodemvervuiling kwam de fint bijna niet meer voor in de Schelde. Sinds enkele jaren keren ze gelukkig weer terug, bijvoorbeeld in het Sigmagebied  Paardeweide-Oost in Berlare. Het overstromingsgebied dat daar wordt aangelegd is de ideale plek om te paaien en voor jonge vissen om op te groeien.

Magisch schouwspel

Als de avond valt, maken de paaiende meivissen veel kabaal en plonsen ze luid in het water. Het is een zeer bijzonder spektakel, dat in Vlaanderen vooral rond Sint-Amands goed waar te nemen is op zachte lenteavonden.

Paaien in april

Zoals alle vissen laat de fint zich bij de trektocht tussen zout en zoet water onder meer leiden door de temperatuur van het water. Zodra de temperatuur boven de 10 à 11°C stijgt, zoeken ze de ideale paaiplek op. Daarom troffen we de fint vroeger vooral in mei aan in de Schelde en haar zijrivieren. Vandaar ook de naam meivis.

Als gevolg van de klimaatopwarming warmt het water echter vroeger op. Het is geen uitzondering meer dat het water in de loop van april al boven de 10°C stijgt. Spreken we binnenkort van de aprilvis in plaats van de meivis?

Copyright foto: ® Hans Hillewaert

Gerelateerd